Wedstrijdreglement
Mededelingen van de wedstrijdleiding.
Om een vlot verloop van onze competitiemiddagen te waarborgen vragen wij uw aandacht voor de volgende punten.
1: De competitiemiddag begint om precies 13:15 uur.
– neem zodra u een rondebriefje hebt ontvangen van de wedstrijdleider, plaats aan uw tafel,
– controleer of in de juiste richting zit en de juiste tegenspelers aan uw tafel zitten,
– nadat de wedstrijdleider het startteken heeft gegeven, kunt u gaan spelen.
2: De Noord – speler zorgt voor de boards en de scorekaart in. (Bij gebruik Bridgemate zie Bridgemate)
3: De Oost – speler controleert: of de boards met de juiste nummers gespeeld worden, of na elk spel,
– het contract, het resultaat en de score bij de goede paarnummers op de scorekaart zijn in gevuld.
4: Elke speler is verplicht: aan het begin van elk spel zijn kaarten met de beeldzijde naar beneden te tellen,
– de gespeelde kaarten in volgorde van spelen voor zich neer te leggen, gewonnen slag verticaal en verloren slag
– horizontaal,
– de kaarten voor ze in het board te steken opnieuw te tellen, erop te letten dat de kaarten in het juiste vak
– gestoken worden.
– de wedstrijdleider te waarschuwen zodra u een onregelmatigheid geconstateerd heeft.
5: Het is niet toegestaan: een rondgepast spel opnieuw te delen, kaarten uit het board te nemen nadat de
– wedstrijdleider een aantal minuten heeft aan gegeven, dat de volgende ronde begint, de tafel te verlaten voordat
– het einde van de ronde is aangekondigd.
– Wacht met wisselen totdat de wedstrijdleider dit aangeeft, gedurende de zitting met andere dan uw directe
– tegenstanders over de gespeelde spellen te spreken, de scorekaart in te zien voordat het bieden en spelen is
– beëindigd,
– de score van een ander paar op de scorekaart te veranderen, scorekaarten uit te rekenen, laat dit aan de
– wedstrijdleider over.
6: De dummy is niet toegestaan: op eigen initiatief de wedstrijdleider te roepen, de hand van de leider of tegenspeler
– in te zien, deelnemen aan het spel, commentaar geven op de bieding of het spel.
7: Inlichtingen: Een speler mag om herhaling van alle voorafgaande biedingen vragen,
– a: als het zijn beurt is om te bieden.
– b: als het zijn eerste beurt om te spelen.
– Een speler mag naar de betekenis van een bod vragen als hij aan de beurt is om te bieden of te spelen en dan
– alleen
– aan de partner van degene, die dat bod heeft gedaan. De leider om een verklaring van de speelconventies van de
– tegenspelers vragen als hij aan de beurt is om te spelen. Een speler die per ongeluk een ongeoorloofde inlichting
– ontvangt over een board, dat hij speelt of nog moet spelen, moet de wedstrijdleider hiervan onmiddellijk in kennis
– stellen.
8: Gespeelde kaart: Een kaart van de tegenspeler is gespeeld, indien zijn partner de beeldzijde heeft kunnen zien.
– Een kaart van de leider is gespeeld, indien deze de tafel raakt of bijna raakt. Een kaart van de dummy is gespeeld,
– indien door de leider is genoemd of aangewezen Een slag is gespeeld zodra de vier kaarten met de beeldzijde
– naar boven op tafel liggen. Een slag is voldongen, wanneer alle vier de kaarten met de beeldzijde naar beneden
– zijn neer gelegd. Een gespeelde slag mag ingezien worden zolang de eigen kaart nog open ligt en de partner niet
– heeft gespeeld in de volgende slag. Een voldongen slag mag niet worden ingezien, ook niet om te kijken welke
– hand er aan de beurt is. De tegenspeler links van de leider komt uit met een kaart met de beeldzijde naar beneden.
9: Strafkaart: Een door een tegenspeler van de leider ten onrechte gespeelde, getoonde of genoemde kaart moet als
– strafkaart open op de tafel gelegd worden. Een strafkaart moet bij de eerste gelegenheid gespeeld worden, hetzij
– door voor te spelen, kleur te bekennen, geen kleur te bekennen of te troeven. Wanneer een tegenspeler moet
– voorspelen, terwijl zij partner een strafkaart heeft, kan de leider eisen dat hij in de keur van de strafkaart voorspeelt
– of hem verbieden in die kleur te spelen zolang hij aan de slag blijft. Als dan mag de strafkaart opgenomen worden.
– Heeft een tegenspeler twee of meer strafkaarten, dan kan de leider bepalen welke gespeeld moet worden
– (kleur bekennen heeft voorrang).
10: Speelritme: Houd het spelritme van 4 spellen in 30 minuten aan. Bij overschrijding van de speeltijd, dient het niet
– gespeelde spel na de laatste ronde gespeeld te worden. Is dit niet mogelijk dan wordt er voor dat spel een
– arbitrale score vastgesteld.
11: Onregelmatigheden: Onmiddellijk na het constateren van een onregelmatigheid maakt u het spel ‘dood’. U legt de
– kaarten uit uw hand met de beeldzijde naar beneden op tafel. U verandert aan de gespeelde kaarten niets. U
– waarschuwt de wedstrijdleider. Het recht tot strafvordering kan worden verbeurd, indien een speler van de niet
– overtredende partij iets onderneemt alvorens de wedstrijdleider te ontbieden. Dit recht gaat in ieder geval verloren,
– indien hij of zij biedt of speelt nadat door de tegenspeler aan zijn rechterhand een onregelmatigheid is begaan,
– voordat door de wedstrijdleider een straf is bepaalden opgelegd. U bent niet verplicht u zelf, na het begaan van
– een onregelmatigheid, een straf op te leggen, noch een straf door uw tegenspelers te accepteren. De meest
– voorkomende onregelmatigheden zijn: voor de beurt bieden; een onvoldoende bod doen; het geven van
– ongeoorloofde inlichtingen door het wijzigen van bieding; lang nadenken en vervolgens passen; voor de beurt
– uitkomen (straffeloos indien een dichte uitkomst); voor de beurt voorspelen; uit de verkeerde hand voorspelen van
– de leider; gereedhouden van een kaart voor men aan de beurt is om te spelen; verzaken en het voldongen maken
– van een verzaking; ten onrechte of op onjuiste wijze opeisen of afstaan van slagen
De wedstrijdleiding KBO bridgeclub Niet Rokers Raamsdonk
Maak jouw eigen website met JouwWeb